Zoeken

Roofs 2012-01-12 “Nieuwe Bouwbesluit 2012 is deels een gemiste kans”

Bouwbesluit 2012

Binnenkort wordt het nieuwe Bouwbesluit van kracht. In het nieuwe Bouwbesluit moet in de ontwerpfase al rekening gehouden met het veilig Beheer en Onderhoud van Gebouwen. Een grote stap voorwaarts, of is er nog genoeg voor verbetering vatbaar?

Om de bouwtechnische eisen leesbaarder, eenvoudiger en eenduidiger te maken, werkt de overheid aan een nieuw Bouwbesluit. Hierin is o.a. opgenomen dat al in de ontwerpfase geregeld moet zijn dat het gebouwveilig kan worden onderhouden, hier hangt verlening van de bouwvergunning van af. De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vervangt onder meer het Bouwbesluit 2003 en het Gebruiksbesluit. Naar verwachting treedt het nieuwe Bouwbesluit 2012 komend jaar in werking.

Edgar Veenman is directeur van de Veenman Groep en expert op het gebied van onder andere dakveiligheid. Slecht vakmanschap en gebrek aan kwaliteit, kennis en toewijding zijn hem een doorn in het oog. “Nee, daar kan ik inderdaad niet veel mee. De afgelopen jaren zijn er grote stappen gemaakt op het gebied van veiligheid en bescherming van personen bij werkzaamheden op daken. Ik wil die lijn doortrekken en steeds weer op zoek gaan naar betere manieren en methoden om de veiligheid van mensen te waarborgen. Mijns inziens is er nog genoeg ruimte voor verbetering. Zeker in de ontwerp- en bouwfase van een object. Ik spreek uit ervaring als ik zeg dat ik regelmatig op problemen stuit op het gebied van valbeveiliging waaruit je kunt afleiden dat over die specifieke situaties niet goed is nagedacht in de ontwerpfase.”

Het nieuwe Bouwbesluit 2012 moet daar verandering in brengen. In de ontwerpfase dient de architect al rekening te houden met veilig beheer en onderhoud van het gebouw. Dat is maar goed ook want de functie van daken wordt steeds uitgebreider, denk aan warmte terugwinning, energiewinning maar ook door groendaken wordt het dak in de toekomst steeds frequenter betreden. Dit zal leiden tot meer en meer ontwerpen waarin valbeveiliging in de vorm van bijvoorbeeld hekwerk of permanente ankeringspunten op daken zal moeten worden mee ontworpen.

Kennis ontbreekt

Onlangs bezocht Veenman het symposium ‘Veilig op de Hoogte, Veilig gebouwonderhoud’ waarin deze kwesties nadrukkelijk aan de orde zouden komen. De eerste presentatie was geheel gewijd aan het nieuwe toetsingskader ‘Veilig onderhoud aan gebouwen’. Namens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou een ambtenaar antwoord geven op enkele prangende vragen die ook bij Veenman leven. Wat moet een architect beslist weten, waarop moet de vergunningverlener letten en waar liggen de verantwoordelijkheden? “Al deze vragen zijn blijven liggen, er is geen bevredigend antwoord op gekomen. Dat lijkt me een gemiste kans. Ik vind het erg goed dat er sessies aan deze onderwerpen worden gewijd, maar dan moeten er wel pasklare antwoorden zijn. Dat ontbreekt dus nog steeds. Essentiële zaken als verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid blijven nu boven de markt zweven. Er moet één partij verantwoordelijk zijn en daarmee aansprakelijk gesteld kunnen worden. Mijn voorkeur gaat uit naar de architect. Hij is de deskundige, maar uiteraard kan dit ook de gemeente zijn die de vergunning verstrekt.”

Vooral over die aansprakelijkheid maakt Veenman zich druk. “Als de aansprakelijkheid niet is geregeld en de kennis onvoldoende is verspreid, blijft het nog steeds mogelijk dat ontwerpen niet voldoen aan de eisen voor veilig werken in de beheerfase. Er is geen duidelijkheid over wie hier nu eigenlijk voor verantwoordelijk is. Daardoor is het mogelijk dat de gebouweigenaar en/of aannemer die te goeder trouw is en afgaat op de deskundigheid van de ontwerper en vergunningverstrekker aansprakelijk wordt gesteld.”

Veenman vindt het overdreven om van een dreigend doemscenario te spreken, maar gerust is hij er niet op. “Mijns inziens hebben de betrokken ambtenaren de urgentie niet om deze belangrijke zaken nu goed aan te pakken. Zo’n gebrek aan kennis op een belangrijk symposium is exemplarisch. Wie voelt zich verantwoordelijk? Niet de ambtenaren, zo blijkt. Maar wel de praktisch ingestelde mensen als adviseurs, aannemers, gebouweigenaren en installateurs. Helaas zijn dit niet de beleidsmakers, dus staan we nu langs de zijlijn.”

“Vergunningen afgeven voor gebouwen die niet aan de juiste eisen voldoen, is het creëren van schijnveiligheid. Ik pleit ervoor om het kennisniveau op meerdere fronten te verhogen. De toetsende ambtenaren die te weinig kennis hebben van deze materie moeten worden bijgeschoold. Bij ontwerpende partijen kan ik mij voorstellen dat er externe deskundigheid wordt ingehuurd, of zelfs opleidingen worden verzorgd. Externe deskundigen moeten volgens mij een zwaarwegend eindoordeel kunnen vellen. Ik ben dan ook van mening dat er een soort kwaliteitsbeheersysteem moet komen. Deskundigheid van ontwerpers en vergunningverstrekkers moet aantoonbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld d.m.v. externe toetsing van ontwerpen (steekproefsgewijs). Maar ook de deskundigheid van uitvoerende partijen moet aantoonbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld via een branchevereniging voor de valbeveiligingsbranche. Als deze zaken niet goed worden geregeld, vrees ik dat de gevolgen groot kunnen zijn.”

Argwaan

Veenman kijkt dus enigszins argwanend naar het nieuwe Bouwbesluit 2012, vanwege de onvolkomenheden in de regelgeving zoals deze nu wordt voorgesteld. In de praktijk leidt dit tot vreemde situaties. Een gemeenteambtenaar moet immers een bouwvergunning afgeven op basis van het ontwerp. Maar heeft die gemeenteambtenaar wel de juiste kennis in huis om zo’n ontwerp te beoordelen? We moeten niet vergeten dat er zeer zorgvuldig moet worden gehandeld in de verlening van dergelijke vergunningen. Want als het fout gaat, wie is er dan aansprakelijk? De architect die verantwoordelijk is voor het ontwerp, of de gemeente als vergunning verlenende partij? Daar is nu geen duidelijkheid over. Daarom hoop ik zo dat de beleidsmakers de urgentie van het probleem gaan inzien en we verder kunnen op de ingeslagen weg wat betreft professionalisering van het vak. Het Bouwbesluit 2012 is een stap in de goede richting, maar de invulling is op bepaalde punten een gemiste kans.”