Roofing Holland 1997-08-06 Venedak beëindigt overeenkomst met BDA-Intron en gaat verder met KIWA
Met ingang van 1 januari 1998 hebben de Venedak-leden de certificatieovereenkomst met BDA-Intron BV betreffende de KOMO-productcertificaten en KOMO-Attest-met-productcertificaten voor baanvormige bitumineuze dakbedekkingsmaterialen beëindigd. Met ingang van diezelfde datum is Venedak een overeenkomst aangegaan met KIWA.
Begin juli viel bij een groot aantal dakdekkers een wat opmerkelijke brief in de bus. Een brief waarin de Venedak-leden aan hun relaties meedelen dat zij de overeenkomst met BDA-Intron BV betreffende de certificering per 1 januari 1998 hebben opgezegd. De inhoud van de brief is in die zin opmerkelijk omdat BDA-Intron in de dakdekkersbranche tot dusver gold als het toonaangevende certificeringsinstituut. De Venedak-leden realiseerden zich dat het besluit de nodige vragen zou kunnen oproepen en in de brief aan hun relaties lichten zij dan de stap ook uitvoerig toe.
De Venedak-leden (Aliso BV, Esha Nederland BV, Nebiprofa BV en Troelstra & de Vries BV) signaleren dat er de laatste jaren mede door de voortschrijdende kennis en Europese integratie een duidelijke verandering waarneembaar is ten aanzien van kwaliteitszorg, normeringen en als gevolg daarvan ook de (KOMO)certificering. Tot voor kort lag de nadruk bij kwaliteitszorg en certificering, zo stellen de leden in hun brief, vooral op productverificatie (productkeuringen). Evenwel wordt op dit moment zowel nationaal als internationaal erkend dat de nadruk moet worden gelegd op verificatie van procesbeheersing en verificatie van de statistische onderbouwing van productkarakteristieken. De Europese commissie heeft deze trend bevestigd in het door haar opgestelde mandaat ten behoeve van de regelgeving voor baanvormige dakbedekkingsmaterialen, aldus de brief.
Nadruk op procescontrole
Door deze ontwikkelingen zullen de certificatie-instellingen bij hun werkzaamheden meer nadruk moeten leggen op procescontrole (de zogeheten IKB-controles) en verificatie van de statistische onderbouwing van de door de fabrikant geclaimde waarden voor productkarakteristieken. In de praktijk betekent niet dat er geen externe productkeuringen meer worden uitgevoerd, maar dat de rol van de externe productkeuring verandert.
KIWA, het grootste Nederlandse certificatie-instituut in de bouw heeft in de optiek van de Venedak-leden adequaat geanticipeerd op deze ontwikkeling. Adequater dan BDA-Intron, vindt Venedak. Om die reden heeft de organisatie besloten de certificatie-overeenkomsten met het Gorinchemse instituut in het nieuwe jaar te beëindigen wat betreft de KOMO-Productcertificaten en KOMO-Attest-met-productcertificaten voor baanvormige bitumineuze dakbedekkingsmaterialen. Een logisch gevolg is dat Venedak wat betreft de verstrekking van deze certificaten met ingang van dezelfde datum een overeenkomst aangaat met KIWA.
In de brief reppen de Venedak-leden met geen woord over het prijsverschil. Wellicht dat deze motivatie ook geen enkele rol bij de besluitvorming heeft gespeeld maar vast staat wel dat Venedak met KIWA goedkoper uit is. Een verschil overigens dan niets van doen heeft met lagere tarieven maar met de hantering van een andere methodiek.
Venedak hoopt dat door dit besluit de door de gehele branche gewenste verbetering van de KOMO-kwaliteitsverklaringen en de discussie over harmonisatie van beoordelingscriteria in een stroomversnelling zal geraken. Om er zich van te verzekeren dat de overgang naar een andere certificatie-instelling op een zorgvuldige manier plaatsvindt, heeft Venedak inmiddels de noodzakelijke acties bij KIWA in gang gezet.
Voor de dakdekkersbedrijven heeft de wisseling van KOMO-kwaliteitsverklaringen van BDA-Intron naar KIWA geen consequenties. Het enige wat de bedrijven er tezijnertijd van zullen merken is dat voor de betreffende producten wederom KOMO-kwaliteitsverklaringen zijn ontvangen. Echter in dat geval blijken ze te zijn uitgegeven door KIWA met een ander certificaatnummer en mogelijk een iets gewijzigde lay-out. De Venedak-leden adviseren hun relaties bij vermelding van certificaatnummers in offertes, adviezen e.d. dit te melden. De leden zullen hun relaties dan per geval adviseren over de te hanteren omschrijving.
Prijzig
Voor de dakdekkersbedrijven mag er dan hoegenaamd niets veranderen, het Venedak-besluit is voor BDA-Intron moeilijk te verteren. Volgens directeur R. Woonink is de stap van Venedak in feite terug te voeren tot een verschil in methodiek die KIWA en BDA-Intron bij de certificatiecontroles toepassen. "En toepassing van verschillende methodieken hebben ook hun prijsconsequenties. Wij als BDA- Intron er zijn een groot voorstander van om naast de IKB-controles, zeg maar de procescontroles van de fabrikant zelf, in zekere mate ook het product te keuren. Kiwa laat die laatste controle achterwege. Die baseert zich vrijwel op de IKB-controles. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat KIWA ook meer IKB-controles toepast dan wij. De productkeuringen waar wij een grote waarde aan hechten zijn echter vrij prijzig en daardoor komen wij hoger uit in prijs."
Woonink maakt niet de indruk een uit het veld geslagen man te zijn. Hij erkent dat zijn organisatie zich door de situatie onder druk gezet heeft gevoeld, maar BDA-Intron zag daarin geen aanleiding om van het gevoerde beleid af te wijken. Het certificatie-instituut wenst ook in de toekomst vast te houden aan de productkeuringen omdat dat essentieel wordt geacht bij een degelijk certificatietraject.
BDA-Intron betreurt het Venedak-besluit des te meer omdat het zoals Woonink het uitdrukt, "eigenlijk een vergelijking is van appel met peren". BDA-Intron draagt al lang het standpunt uit dat de methodieken van zowel KIWA als BDA-Intron op één lijn moeten worden gebracht. "Er loopt inmiddels al weer een hele poos een initiatief van ons college van deskundigen om te komen tot een nationaal college van deskundigen voor de sector daken. Een nationaal college is in staat om te voorkomen dat er coördinatie- en harmonisatieproblemen ontstaan. Een dergelijk college kan ook direct de beoordelingsmethodiek bepalen voor zowel KIWA als BDA Intron. Spijtig genoeg heeft Venedak de inspanningen op dat gebied niet willen afwachten. Stel dat we een compromis hadden kunnen vinden, dan had KIWA bijvoorbeeld wat extra keuringen in rekening moeten brengen en BDA-Intron wat minder. Maar dan was in elk geval de toe te passen methodiek geen punt van discussie meer en was het voor de rest een kwestie van de te hanteren tarieven."
BDA-Intron krijgt volgens Woonink het verwijt te horen dat het instituut er slechts op uit is om het laboratorium in Gorinchem overeind te willen houden. "Onzin," reageert de directeur. "Ons standpunt is niet zomaar een verzinsel. Het laboratorium is juist ontstaan omdat we in deze systematiek met bijbehorende methodieken geloven. Wij, en wij niet alleen, hebben de ervaring dat ondanks een perfecte IKB-controle de praktijk nog regelmatig op afwijkingen in materialen stuit. Die afwijkingen haal je er dus kennelijk niet bij de IKB-controles uit. Daarom zijn externe controles nuttig. De resultaten van externe keuringen zijn weer bruikbaar als aanknopingspunt voor verfijning van IKB-controles. Met externe controles kom je wellicht afwijkingen in meetapparatuur op het spoor of leg je zwakke punten bloot in het controleproces."
Principieel
Het uitwisselen van gegevens van externe controles en IKB-controles vindt BDA-Intron van een dermate groot belang dat het min of meer een principekwestie is geworden. Maar voor het vasthouden aan het principe heeft de certificatie-instelling een behoorlijke prijs moeten betalen in de vorm van de beëindiging van het Venedak-contract. Woonink benadrukt dat BDA-Intron het besluit van Venedak respecteert, maar zo voegt hij er fijntes aan toe: "We vinden het tegelijkertijd jammer dat het geen eerlijk besluit is geweest. Venedak had af moeten wachten waar ons initiatief toe had geleid."
BDA Intron is niet bang dat in de toekomst mogelijk andere producenten het voorbeeld van Venedak volgen. "Nogmaals, wij geloven in ons beleid. Daarom ook blijven wij met verve ons uitgangspunt verdedigen en blijven we streven naar de totstandkoming van een nationaal college van deskundigen zodat de methodieken op één lijn kunnen worden gebracht."