Zoeken

Roofing Holland 1997-01-32 Het 'New Metropolis' science centre in Amsterdam

 In Amsterdam wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een spraakmakend en uniek gebouw: het New Metropolis science centre. Boven de zuidelijke ingang van de IJ-tunnel, aan drie zijden omgeven met water, verrijst een ontmoetingsplaats tussen burgers, buitenlui en 'de wetenschap'. De architect spreekt van "het enige plein waarvandaan de hele oude stad gezien kan worden" Hij heeft het dan over het dak.

New Metropolis is een door de Italiaanse architect Renzo Piano ontworpen science centre. Het is beslist geen museum. De naam New Metropolis is ontleent aan de film 'Metropolis' van Fritz Lang. In die film wordt een negatief beeld geschetst van wat technologie teweeg kan brengen in een fictieve stad in de toekomst, ofwel een toekomstige Metropool. New Metropolis is het antwoord op hoe het ook kan worden. Bovendien voegt New Metropolis een stukje stad aan Amsterdam toe. Eén van de belangrijkste aspecten van het gebouw is namelijk dat het letterlijk betreden kan worden zonder dat er een kaartje voor het museum gekocht hoeft te worden. De kaden, een deel van de hal en het bijna 200 meter schuin oplopende dak worden openbaar terrein. Het dak van het gebouw moet in het verlengde van de straat worden gezien. Een loopbrug loopt geleidelijk op naar de lage achterzijde van het gebouw. Eenmaal bij het gebouw aangekomen ontwaart de voetganger geen dakpannen of dakbanen maar betonnen treden. Als een grote trap ligt het gebouw voor hem, met aan de bovenzijde van die trap een uitnodigend terras met restaurant. Het terras is als een plein wat uitkijkt over Amsterdam en is gericht op het zuiden. Halverwege in de trap is een soort waterval aangebracht. De bezoeker mag niet het idee hebben dat hij op een dak staat met daaronder een gebouw en daaronder weer een verkeersader. Dat ligt allemaal verstopt onder de trap.

Van ontwerp naar uitvoering

Het heeft de aannemer, de dakdekker en de leveranciers heel wat hoofdbrekens bezorgd om het dak uit te werken. De architect heeft namelijk wel de nodige richtlijnen en structuren uitgewerkt maar een nauwkeurige uitwerking feitelijk aan de uitvoerende partijen gelaten. De aannemer, BAM Amsterdam, heeft dan ook een eigen ontwerpafdeling op de bouwplaats, die alle deelplannen en detailleringen op papier zet. De dakdekker, Kubi dakbedekkingen BV uit Diemen, is uitdrukkelijk verzocht mee te denken in de uitvoering. Directeur J. Rouwenhorst van Kubi vertelt dat hij eerst maar eens is begonnen met het bellen van T-Joint voor begeleiding en rekenwerk. Vervolgens de leveranciers om daar de meningen te peilen. De dakopbouw is van onder naar boven:

  • Een betonnen dakvloer onder een helling van 9 graden, voorgesmeerd met een bitumen hechtprimer;
  • Een dampremmende laag van gebitumineerd glasvlies op de betonvloer gebrand;
  • Een 80 mm dikke isolatie van ongecacheerd geëxpandeerd polystyreenschuim;
  • Een scheidingslaag van 200 grs polyestermat;
  • Een toplaag van Rhenofol mechanisch bevestigd;
  • Een afwerking van betonnen liggers op opleggers.

Een van de grootste problemen uit het oorspronkelijke ontwerp betrof de in hoogte verstelbare opleggingen van de betonnen liggers. Betonnen liggers die aaneengesloten de trap vormen.

De opleggingen

 De oorspronkelijke opleggingen moesten stuk voor stuk met dakbedekking worden ingeplakt, wat een enorm risico zou betekenen. Eenmaal gerealiseerd zou het wegnemen van enkele betonnen liggers immers grote kosten met zich meebrengen. De aannemer op zijn beurt was niet echt gecharmeerd van het exact uitmeten van steunen op een in twee dimensies gebogen dak. De heer Geenen van Braas bedacht dat het beter was de oplegging in tweeën te delen. Eerst uitvlakken van het hellende vlak ter plaatse van de oplegging. Dan het geheel waterdicht afwerken met Rhenofol-folie en vervolgens traditioneel uitvullen onder de liggers. De plaatselijke overgang van hellend naar vlak moest niet in beton worden uitgevoerd maar met cellulair glas. Poeren van cellulair glas of schuimglas verlijmd op het beton. De geboden oplossing werd daardoor niet alleen beter uitvoerbaar maar ook goedkoper, in Nederland nog altijd een van de sterkste argumenten. Pittsburgh Corning Nederland werd gevraagd of een verlijming van schuimglas poeren mogelijk is. De druksterkte van schuimglas is dermate dat bij een gelijkmatig verdeelde belasting het schuimglas de verticale belasting ruimschoots kan weerstaan. De lijm moet echter de afschuifkracht opvangen, met een hellingshoek van ca. 9° toch altijd nog zo'n 10% van de verticale belasting.

Hoewel nooit als zodanig toegepast kon Pittsburgh Corning positief reageren met de lijm type S3. De lijm is getest op afschuiven waarbij een waarde van 0,3 N/mm2 kan worden aangehouden. BAM planadvies, het ingenieursbureau van BAM, berekende op basis van de productgegevens een optimale grootte van de poer en vervolgens is het geheel doorgesproken met de diverse partijen.

Uitvoering

Ondanks de sterke vereenvoudiging van de oplegpunten voor het dakdekkerswerk, bleek het naar het oordeel van Rouwenhorst toch nog zeer bewerkelijk en daarmee risicovol. Het gebukt werken op een helling bleek ook niet ideaal. Daarom besloot hij tot het maken van 'hoedjes', geprefabriceerde kapjes die direct over de poeren op de reeds aangebrachte dakbedekking worden geföhnd. De 'hoedjes' worden onder geconditioneerde omstandigheden in de werkplaats gemaakt op een poer die als mal dient. De uitvoering wordt daarmee beter en gezien de periode van het jaar treedt ook minder stagnatie op omdat bij regenachtig weer de ploeg dakdekkers hoedjes kan gaan maken.

Mechanisch bevestigen

Een tweede punt dat zorgen baarde was het mechanisch bevestigen van de folie op het beton. De betonnen balken kunnen niet als ballastlaag worden beschouwd omdat de opleggingen veel te ver uit elkaar staan en de afstand tussen de bedekking en de balken te groot is. Het boren in een gestorte betonvloer van de afmetingen als op het dak van New Metropolis is geen sinecure. Op dit punt bood Hilti uitkomst. Na diverse testen op de dakvloer werd besloten de bevestigers in het beton te schieten. De bevestigers bestaan uit twee delen die als één geheel door de bedekking en de isolatie worden gedrukt en vervolgens in het beton worden geschoten. Het onderste deel bevat een gehard stalen punt die met een patroon in de beton wordt geschoten. Zit het onderste deel op die wijze muurvast dan slaat de dakdekker het bovenste deel 'op maat' waarna het geheel ook muurvast zit. Volgens Hilti is het systeem door-en-door getest en bestand tegen zogenaamd 'jutteren'. De eerlijkheid gebiedt, aldus Rouwenhorst, dat we zeker weten dat de bedekking door de aanwezigheid van de betonbalken nooit zal wegwaaien. De dakdekkers zijn unaniem enthousiast over de wijze van bevestigen, in vergelijk met het boren en pluggen een zeer snelle wijze van bevestigen.

In een tweede deel komen we terug op de afwatering van het dak, de finale uitvoering van het dak en het dak van het restaurant. Dat dak is namelijk niet openbaar maar heeft eenzelfde aanzicht en is afwijkend van opbouw.

door: A.B. Berlee