Zoeken

Roofing Holland 1996-09-14 Waar zijn wij nu helemaal mee bezig?

 Fabrikanten en dakdekkers van bitumineuze dakbedekkingen laten niet na er bij voortduring op te wijzen dat SBS en APP gemodificeerde dakbedekkingssystemen, uitgevoerd in twee lagen, per definitie beter en duurzamer zijn dan eenlaagse bedekkingen. Hoe kan het dan dat de eenlaagse bitumineuze bedekkingen zo’n belangrijk deel van de markt hebben ingenomen, vraagt Peter Paul Janssens van Soprema Nederland zich af. Het wordt volgens hem tijd dat Nederland wakker wordt en nu echt overgaat tot Duurzaam Bouwen.

Soms ontkom ik niet aan de indruk dat een aantal spelers in onze branche zich schuldig maakt aan een twijfelachtige vorm van opportunisme. Om me nader te verklaren wil ik eerst een paar decennia terug in de tijd gaan. Rond de zestiger jaren werden de platte daken in Nederland over het algemeen gedekt met zogenaamde 3-laagse gebitumineerde glasvlies dakbedekkingen. In de eerste plaats gebeurde dit omdat het met de toenmalige producten wel bijna noodzakelijk was om met drie lagen het dak goed waterdicht te krijgen. Anderzijds was er ook een rostvast geloof in het feit dat er met meer lagen betere en meer duurzame daken konden worden gemaakt.

Verantwoorde stap

In het midden van de jaren zeventig wordt er hoofdzakelijk met 2-laagse bedekkingen gewerkt. Als gevolg van de komst van SBS en APP gemodificeerde bitumen lijkt dit dan ook een verantwoorde stap. Immers de gemodificeerde producten hebben veel betere technische eigenschappen dan de geoxideerde bitumen waardoor zaken als koude buig, vloeiweerstand en treksterkte aanzienlijk verbeterden. Ondanks deze sterk verbeterde eigenschappen is het niet zo dat heel dakdekkend Nederland massaal overgaat tot deze 2-laagse systemen. Langzaam maar zeker neemt het gebruik van deze gemodificeerde systemen echter wel toe.
In de tussentijd worden de aanbieders van kunststof bedekkingen steeds actiever (PVC, EPDM, ECB) op de Nederlandse markt. De producenten en verwerkers van bitumineuze producten verweren zich. Bij de verkoop van dakbedekkingssystemen wordt door de (bitumineuze) fabrikanten en de dakdekkers dan ook constant gehamerd op het feit dat gemodificeerde daksystemen, uitgevoerd in twee lagen, per definitie beter en duurzamer zijn dan de kunststof bedekkingen (kunststof bedekkingen worden immers uitsluitend in één laag geleverd en uitgevoerd). De argumenten die door de fabrikanten en dakdekkers van SBS en APP gemodificeerde bitumen worden aangevoerd zijn onder andere:

  1. Door twee lagen toe te passen is er minder kans op lekkages, te meer door de overlappen die ten opzichte van elkaar verspringen.
  2. De details worden ook met minstens twee lagen waterdicht ingewerkt.
  3. De rol wordt zo verwerkt dat er altijd een rups bitumen ter plaatse van de overlap zichtbaar wordt en er loopt altijd bitumen voor de rol uit.
  4. De overlap van de kunststof producten is niet bedrijfszeker(?)

Vragen

Deze argumenten worden ook vandaag nog veelvuldig gebruikt. En als ik die argumenten beluister, dringen zich steeds weer een paar vragen bij mij op. Hoe kan het dan dat de anno 1992/ 1993 geïntroduceerde zogenaamde éénlaagse bitumineuze bedekkingen, de 370/470 serie, anno 1996 een belangrijk deel van de markt hebben ingenomen? En wat zijn dan feitelijk de technische verbeteringen van deze producten?
Natuurlijk weet ik dat de eis voor de dimensionele stabiliteit (vrije krimp) van de 370/470 serie minimaal verlaagd is (ten opzichte van de 360/460) 0,5 procent voor 2-laagse systemen en 0,3 procent voor éénlaagse systemen. Maar is dat dan de enige aanleiding om op grote schaal éénlaagse systemen toe te passen? Een beetje mager, vind ik.

Waar is onze overtuiging en argumentatie van destijds gebleven om met name vanuit het oogpunt van waterdichtheid en duurzaamheid juist twee lagen toe te passen? Hebben wij misschien met zijn allen ten opzichte van de kunststof bedekkingen jarenlang onzin uit lopen kramen: nee, natuurlijk niet!

Als ik publicaties lees over éénlaagse bedekking, lees ik alleen maar over zaken zoals:

  • vermindering van grondstoffengebruik
  • minder gasverbruik per vierkante meter dakvlak
  • recycling van materiaal
  • applicatiefouten in het verleden
  • milieu-eisen
  • duurzaam bouwen

Gelukkig lees ik ook artikelen waarin fabrikanten onomwonden voor hun overtuiging uitkomen. Artikelen waarin zij zeggen één laag is geen laag: Ik ben het daar mee eens. Sterker nog, ik denk dan ook dat deze slogan kernachtig formuleert waar het om draait.
Want zeg eens eerlijk, hoeveel onderzoek is er nu daadwerkelijk verricht naar dit soort éénlaagse systemen. Ik heb het dus over systemen die blijkbaar voor veel dakeigenaren erg interessant zijn? En zo deze systemen op het moment van de aanbesteding al de voorkeur hebben, zijn ze dan ook interessant in technisch opzicht. Geldt die voorkeur ook nog met betrekking tot de economische levensduurverwachtingen?

Neerwaartse spiraal

Nu ik toch bezig ben, is er nog een ander aspect dat ik even aan wil stippen. Ik durf de stelling aan dat mede als gevolg van de introductie van éénlaagse systemen er een negatieve ontwikkeling in gang is gezet die niet alleen de positie van producenten van bitumineuze dakbedekkingen is gaan bedreigen maar ook die van de verwerkers. Ik heb het dan met name over de neerwaartse spiraal die de rendementen in onze branche sterk negatief beïnvloedt. Een algemeen aanvaardbare stelling is dat daar waar de rentabiliteit onder druk staat, doorgaans de kwaliteit van het product i.c. de kwaliteit van de daksystemen afneemt. En in onze branche is daar niemand mee gediend. Ook niet de aanbieders van éénlaagse systemen.

De platte dakenmarkt neemt zeker niet toe. Het aantal bedrijven neemt niet af maar de prijzen en daksystemen worden steeds goedkoper c.q. eenvoudiger. Wie keert het tij?
Al met al blijft de vraag of een goedkoop dak, uitgevoerd met het éénlaagse systeem de Nederlandse dakenmarkt de das om mag doen. Of wordt Nederland toch nog op tijd wakker en gaan we na veel gepraat nu maar eens echt over tot Duurzaam Bouwen.

door: P.P. Janssens, directeur Soprema Nederland