Zoeken

Dak Helling 1998-01-12 Tegenstrijdigheden nader belicht

Na in de vorige uitgaven van De Dakhelling diverse folies te hebben belicht wil ik in deze uitgave nader ingaan op de verwerking. Vooral naar de praktijk toe komen we in de verwerkingsvoorschriften en KOMO-attesten op diverse punten tegenstrijdigheden tegen waarvan men zich af vraagt hoe het nu eigenlijk moet. Ik zal deze keer enige tegenstrijdigheden nader belichten.

In de BRL 1513 (pannendakconstructies) staat bij de verwerking van waterkerende lagen vermeld dat de folie in de nok op 50 mm vanaf het noksnijpunt teruggeslagen moet worden om ventilatie tussen onderdak en folie mogelijk te maken. Wanneer we het KOMO attest van de folies hierop naslaan blijkt een soortgelijke stelling gehanteerd te worden namenlijk dat het membraam niet over de nok doorgelegd mag worden. Verbazend is het vervolgens te moeten constateren dat in de tekening van de nok de folie (doormiddel van een extra strook) doorgelegd wordt waardoor de ventilatie mogelijkheid afgesloten is. (afb. 1)
Aangezien deze ook als nokdetail te boek staat worden hier dezelfde tegenstrijdigheden aangetroffen. Ook hier wordt in de KOMO attesten van folies een extra baan folie over het einde van het geisoleerde dakelement geplaatst. (Afb. 2a) Een extra aandachtpunt hierbij is de open verbinding van de spouwmuurconstructie met de dakspouw die overeenkomstig de BRL 1513 juist afgedicht dient te worden om bouwfysische problemen en problemen t.a.v. stormschade te voorkomen. (afb. 2b)

Lekwater

In de verwerkingseisen van het KOMO attest folies staan bij deze aansluiting een tweetal opties. Enerzijds wordt er bepaald dat het membraam zodanig door moet lopen dat voorkomend lekwater buiten de constructie wordt afgevoerd, terwijl er anderzijds verlangd wordt dat het membraam zodanig doorloopt dat voorkomend lekwater in de goot wordt afgevoerd. Deze laatste eis komt overeen met de BRL pannendekken. In het afgebeelde detail echter wordt dit lekwater achter de goot afgevoerd. (afb. 3a)
De aanvullende eis dat de vrije tengelhoogte minimaal 20 mm onder het membraan dient te zijn zal in de praktijk voor de nodige problemen zorgen. Veel geïsoleerde dakelementen beschikken 'slechts' over een vrije tengelhoogte van 10 mm, hetgeen impliceert dat de betreffende membramen hierop niet toegepast mogen worden. Een eis om de tengels in de praktijk te verhogen zal vrijwel niet gehonoreerd worden. Als laatste aandachtpunt bij dit detail wordt de aandacht gevestigd op de open verbinding van de spouwconstructie met de dakspouw welke volgens de BRL 1513 afgedicht dient te worden om te voorkomen dat extra vochtige lucht in de dakspouw voor vochtproblemen zorgt. (afb. 3b)
Zoals in het vorige artikel reeds besproken schuilen in de aansluitingen bij dakdoorbrekingen grote problemen t.a.v. luchtdichtheid en onderbreking van de dampremmende laag. In het KOMO attest van folies wordt het bovenaansluitdetail van dakvensters zodanig weergegeven dat juist hierin deze problemen tot uiting komen. (afb.4)
De dampremmende laag wordt bij de doorbreking beëindigd, terwijl de waterkerende folie tegen de achterzijde van het dakvenster opgezet wordt. De aansluiting van aftimmerstrook met het dakvenster is hier niet luchtdicht en niet geisoleerd uitgevoerd (koude brug). Bij de kleinst mogelijke uitvoeringsfout tijdens het aftimmeren zal warme lucht vanuit de woning tegen de koude waterkerende folie condenseren en voor aanzienlijke lekkage klachten zorgen. In situaties waar niet over het gehele dak folie wordt aangebracht en waar de bovenzijde van het dakelement uit een harde waterafvoerende laag bestaat, zijn op eenvoudige wijze andere oplossingen te realiseren.
Ook in dit detail wordt in het KOMO attest waterkerende folies de spouw van het metselwerk constructie in open verbinding gebracht met de dakspouw, terwijl dit om voornoemde redenen juist afgeraden wordt. (afb. 5)
Indien de dakbedekking in Nederland aangebracht wordt op de wijze zoals dit in bovengenoemd detail weergegeven is (gevelpannen ca. 50-70 mm los van het metselwerk) dan wordt het mijns inziens tijd om een spoedcursus dakdekken te volgen.

Conclusie

Zoals uit bovenstaande besprekingen blijken zijn er op vrijwel alle details tegenstrijdigheden te bespeuren. Het is derhalve begrijpelijk dat de verwerkers van folies op hellende daken niet weten welke richtlijnen aan te houden. Om alle 'neuzen' dezelfde richting uit te krijgen lijkt het derhalve wenselijk dat de verschillende partijen rond de tafel plaats nemen om ons aller belang: het realiseren van een probleemloos dak.

door: L.A. Iseger