Zoeken

Dak helling 1996-09-26 Finse platen op Hollandse daken

Dakpanplaten worden steeds vaker toegepast. Afgezien van de vraag of het gebruik ook vanuit esthetisch oogpunt een voorkeur verdient, heeft de toepassing in sommige situaties onmiskenbaar voordelen. Zoals in Wolvega. Daar legde Zeba uit Steenwijk bij een praktijkwoning de platen over de shingles.

Een dakpanplaat die in Nederland gretig aftrek vindt, is Rannila, geproduceerd in Finland door Rautaruuki. Deze onderneming fabriceert naast dakpanplaten tevens een complete range damwandprofielen en gevelbeplating. Bij de ontwikkeling van de dakpanplaten heeft de laatste jaren het kwaliteitsaspect een belangrijk accent gekregen. Alle Rannila dakpanplaten zijn dubbelzijdig verzinkt en voorzien van verschillende beschermlagen. De staalkern van minimaal 0,56 mm wordt voorzien van een gegalvaniseerde zinklaag van 275 gr/m² voordat daarop de primer en de definitieve coating wordt aangebracht. Hoewel de fabriek haar platen met verschillende coatings kan leveren, toont de Nederlandse markt met name interesse in de plastisol-coating.

Een van de bedrijven dat al vele jaren Rannila dakpanplaten toepast is Zeba uit Steenwijk. Dit bedrijf heeft recentelijk het dak van een praktijkwoning in Wolvega met deze dakpanplaten gerenoveerd. “De oude shingles konden gewoon blijven liggen. Daarmee is meteen een belangrijk voordeel van het gebruik van dakpanplaten genoemd,” zegt Pieter de Bondt van Zeba. “De toepassing levert indirect een besparing op omdat het oude materiaal niet verwijderd behoeft te worden. Geen afval dus en ook geen kosten.”
De architect liet bij de praktijkwoning zijn keuze vallen op stalen dakpanplaten omdat de bestaande dakconstructie niet sterk genoeg was voor een pannendak. Het is vaak in dit soort situaties dat de keuze valt op deze dakbedekking. De dakpanplaten belasten het dak minimaal omdat het gewicht slechts 5,5 kg/m² bedraagt. Een ander facet dat vaak voor toepassing van dakpanplaten pleit is de snelle verwerking. Per uur kan volgens De Bondt gemiddeld twee vierkante meter worden dichtgemaakt, inclusief de benodigde tijd voor het aanbrengen van de panlatten. Overigens is bij de toepassing van platen wel een bredere lat handig. Zeba gebruikt latten van 50 × 22 mm, waarmee grofweg tweemaal zoveel hout nodig is dan bij een pannendak. Volgens importeur en verdeler van Rannila, Nautracom BV uit Soest, volstaat een panlat van 30 × 22 mm echter ook.

Vakantiebungalows

Dakpanplaten kunnen al worden toegepast bij een minimale dakhelling van acht procent. Dat verklaart tegelijkertijd waarom Zeba als Rannila-verwerker de afgelopen negen jaar de platen relatief veel heeft bevestigd op daken van vakantiebungalows. Een toenemende populariteit geniet het gebruik van dakpanplaten bij stormgevoelige hoeken op boerderijen.
De eerste Rannila dakpanplaten werden bevestigd met spijkers die in de hoge kant moesten worden geslagen. Hoewel zich met deze bevestigingsmethode in de praktijk geen lekkageproblemen hebben voorgedaan, koos Rannila later voor een zelfborende schroef van dezelfde fabrikant. Het klemmen van de afdichtende neopreenring rond de spijker bleek tamelijk lastig te zijn en spijkers worden daarom nu niet meer toegepast.
Op elke vierkante meter moeten afhankelijk van het dak zeven tot negen schroeven worden gebruikt. De kop van de schroef is voorzien van dezelfde kleur als de dakpanplaten. Een neopreenring tussen de plaat en de schroef zorgt voor een gegarandeerde afdichting. Het indraaien van de schroeven werkt razendsnel en simpel met behulp van een boorkop. De plastisol-coating van de schroef wordt door die handeling niet beschadigd.
Nautracom levert de dakpanplaten gewoonlijk op maat. “De openingen voor bijvoorbeeld de dakkapellen zagen we eruit met een knabbelschaar,” zegt De Bondt. “Het kan ook met een speciaal zaagblad op de cirkelzaag. Het belangrijkste is dat je het materiaal koud verspaant zodat de plastisol-coating niet wordt beschadigd. Voor kleinere openingen is een apart zaagje op een decoupeermachine te gebruiken.” Uiteraard heeft Rannila ook allerlei hulpstukken als windveren, nokstukken, kilgoten, hemelwaterafvoersystemen in haar leveringsprogramma.

Condensatie

Een zaak die volgens Rannila bij de toepassing van de dakpanplaten zorgvuldige aandacht verdient, is het condensatieprobleem. “Meer nog dan bij dakpannen moet er bij de platen gezorgd worden voor voldoende ventilatie. De platen zijn nu eenmaal van staal en het materiaal reageert dus sterk op temperatuurverschillen. Het nokprofiel houdt Zeba bij voorkeur open, hoewel Rannila daarvoor een speciale schuimrubberen afdichtingsband heeft. De Bondt: “Ook gebruik ik altijd een damp-open folie die tot in de goot wordt doorgetrokken. Bij de goten pas ik evenmin de afdichtingsband toe.”
Aandacht voor geluidsisolatie is volgens De Bondt eveneens gewenst. Een geluidsbuffer heeft tevens massa nodig. Ook om die reden is het aan te bevelen om de oude dakbedekking te laten liggen. Het gebruik van sandwich-panelen wordt in combinatie met dakpanplaten afgeraden. Minerale wol daarentegen heeft een voldoende geluidsabsorberend effect.
Bij de praktijkwoning in Wolvega koos de architect voor een helrood dak. De Welstandscommissie in andere gemeenten staat evenwel soms kritischer tegenover het gebruik van dakpanplaten. De meningen over het esthetische aspect van de platen zijn verdeeld. De Bondt: “Persoonlijk vind ik dat je met deze platen een perfect en bijzonder mooi dak kunt maken. Misschien moet je als ontwerper er ook niet op uit zijn om een dak te maken dat op een pannendak lijkt. Dakpanplaten hebben een aparte, eigen uitstraling. In Meppel maakten we op een bungalow een dak dat beslist niet op een traditioneel pannendak mocht lijken. Het moest onderscheidend zijn. En de Rannila-platen waren dat in de visie van de Welstandscommissie. Op die manier kun je ook tegen dakpanplaten aankijken.”