Zoeken

Dak Helling 1996-06-08 De eeuwigdurende charme van de gebakken leipannen

"

De zomervakantie staat weer voor de deur. Velen van ons zullen deze vakantie buiten de landsgrens doorbrengen. De echte liefhebbers van een hellend dak kunnen goed aan hun trekken komen. Halen we ons een beeld van bijvoorbeeld Engeland voor de geest, dan zien we een groene omgeving met hier en daar een oude boom en landhuizen en cottages met een dakbedekking die volledig bij dit rustieke schilderij hoort. Anders dan in de Engelse steden, waar zoals bijvoorbeeld in de televisieserie Corronationstreet de daken met leien zijn bedekt, zien we gekleurde daken die op Axminster tapijt lijken of op gevallen bladeren in de herfst. De vormen van de dakbedekking en de details van bijvoorbeeld nok en hoekkepers lijken wel getekend, zo goed gedetailleerd.
Dichter bij huis zien we dergelijke architectonische hoogstandjes op kapitale villa's, afgelegen percelen of langs de oude weg van Zundert naar Brasschaat als we België inrijden. Wat is het dan voor product? Het zijn gebakken leipannen, die onze ogen strelen. Ook de ogen van de vakman overigens, die niet al te vaak zo'n project in handen krijgt.

Voor de historie van dit product gaan we naar Italië. Daar werd rond het begin van onze jaartelling door de Romeinen op grote schaal met gebakken kleiproducten gebouwd. Kijken we goed naar de ruïnes van die tijd, dan zien we dat de kern bijna altijd uit een gemetselde constructie bestond die dan aan de buitenzijde met natuursteen bekleed was. Gemetselde gewelven maakten grote overspanningen mogelijk. De afmetingen van de stenen laten zien dat de techniek van het kleibakken in hoge mate werd beheerst. Ongeveer 30 mm dik en afmetingen van 400 × 600 mm waren normaal. Het Colosseum in Rome ziet er met deze kennis dan opeens anders uit. Daken met een geringe helling werden aan het begin van onze jaartelling dan ook van gebakken producten voorzien. Aanvankelijk bestaande uit rechthoekige tegels die zijdelings stijf tegen elkaar werden gelegd, de Tegula's. De naden werden bedekt met houten schalen of gebakken halfronde elementen, de Imbreks. In de langsrichting werden deze elementen overlappend neergelegd. De goede baktechniek zorgde voor een redelijk constant product.
Ruim 1500 jaar bleef deze methode gehandhaafd in alle gebieden waar de Romeinen hun stempel hebben gedrukt, waarbij rond 1500 ook een trapeziumvormige tegel in gebruik kwam.

Vervolgens duiken twee methoden op. De eerste is met twee Imbreksen die we nu Hollepan noemen en waar heel Italië vol mee ligt. De tweede, de Tegula's, ontwikkelden zich in het platte vlak, die in halfsteensverband gelegd werden en later voorzien van twee gaatjes of met nokken werden uitgevoerd zodat ze achter latten gehaakt konden worden of daaraan genageld en daarmee ook op stijlere daken konden worden toegepast. De Hollandse en Vlaamse pan stamt via de holle pan daarom af van de Imbrek die aanvankelijk een halve boomtak was. De leipan stamt af van de Tegula, die zich van gekapte steen naar gebakken tegel ontwikkelde. In de 19e eeuw ontstond de mechanisch vervaardigde kleidakpan met sluiting die we in vlakke en gegolfde uitvoeringen kennen, later kwam de betonpan in niet gebakken uitvoering.
Het is niet alleen belangrijk om een goed bakproces te hebben. De juiste samenstelling van de klei en kennis van vormtechniek zijn zeker zo belangrijk.

Hiermee hebben we, naast het ontwerp, de drie belangrijkste eisen voor een goede leipan genoemd